onderdeel van geneaknowhow.net

VAN PAPIER NAAR DIGITAAL

Een initiatief van Hans den Braber en Herman de Wit
ter bevordering van het online brengen van genealogisch bronmateriaal.

   

 

 

Een loterij ten bate van de bouw van een Oudemannenhuis.

terug naar de feestpagina | naar het beeldmateriaal van de loterij

 

Ter gelegenheid van het bereiken van de honderdduizendste online pagina met beeldmateriaal bij Van Papier Naar Digitaal is vrijwel de complete reeks van de loterijregisters uit 1606 ten bate van het Oudemannenhuis in Haarlem en enkele bijbehorende archiefstukken beschikbaar gekomen. Ondanks het feit dat er in deze tijd veel loterijen werden gehouden, springt deze loterij er uit, ook al door de immense hoeveelheid loten die werd verkocht. Hieronder wordt op een aantal aspecten van de loterij en het archiefmateriaal nader ingegaan.

 

Archiefstukken in beeld: Toelichting:
Collecteurs, de namen van de verkopers
  • datering: 1606
  • 2 stukken / samen 28 afbeeldingen
 
   
Legaat aan het Oudemannenhuis
  • datering: 1606
  • 1 stuk / samen 3 afbeeldingen
 
   
Winnaars buiten Haarlem
  • datering: 1606
  • 1 stuk / samen 4 afbeeldingen
 
   
Ontvangstboek bewindhebbers
  • datering: 1606
  • 1 deel / samen 156 afbeeldingen
 
   
Rekeningboek bewindhebbers
  • datering: 1606
  • 1 deel / samen 55 afbeeldingen
 
   
Totale opbrengst loterij
  • datering: 1606
  • 1 stuk / 1 afbeelding
 
   
Loterijregisters, de namen van de mensen die loten kochten, waarbij bij elke naam een kleine tekst is te vinden
  • datering: 1606
  • diverse stukken / samen 3846 afbeeldingen
Van de volgende plaatsen zijn lijsten van verkochte loten bewaard: Alkmaar, Amsterdam, Arnemuiden, Assendelft, Beverwijk, Den Briel, Delft, Den Haag, Dokkum, Dordrecht, Edam, Elburg, Emden (D), Enkhuizen, Goes, Gorkum, Gouda (**), Haarlem, Harlingen, Heemstede, Hillegom, Hoorn, Jisp, Kampen, Keulen (D), Krommeniedijk, Kudelstaart, Kuinder, Leeuwarden, Leiden, Leimuiden, Londen (UK), Medemblik (*), Middelburg, Monnikendam, Muiden, Naarden, Oudewater/Montfoort, Overveen, Purmerend, La Rochelle (F), Santpoort, Schiedam, Schoonhoven, Sneek, Spaarndam, Utrecht, Veere, Vlaardingen, Vlissingen, Weesp, Woerden, Zandvoort

(*) = nog niet beschikbaar vanwege uitlening van dit materiaal t.b.v. een tentoonstelling
(**) = nog niet compleet gefotografeerd

   
Prijswinnaars met hun deviezen en prijzen
  • datering: 1607
  • 1 deel (inv.nr.11) / samen 319 afbeeldingen
Van de volgende plaatsen: Alkmaar, Amsterdam, Arnemuiden, Delft, Delfshaven, Den Haag, Dordrecht, Edam, Enkhuizen, Gouda, Haarlem, Heemstede, Hillegom, Hoorn, Jisp, Kampen, Keulen (D), Krommeniedijk, Leeuwarden, Leiden, Leimuiden, Londen (UK), Middelburg, Noordwijk, Overveen, La Rochelle (F), Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Spaarndam, Stompwijk, Utrecht, Veere, Vlaardingen, Vlissingen, Weesp en West-Souburg.
   
Prijzen, gevallen in de loterij met namen van de winnaars
  • datering: 1607
  • 1 stuk (inv.nr.12) / samen 35 afbeeldingen
 
   
Ontvangsten en uitgaven van de bouw van het huis
  • datering: 1607-1613
  • 1 stuk (inv.nr.13) / samen 93 afbeeldingen
Met achterin aantekeningen betreffende opneming van oude mannen in het huis.
   
Ordonnanties van Burgemeesters, gecommitterde raden enz. op het bestuur van het gesticht
  • datering: 1748-1787
  • 1 stuk (inv.nr.14) / samen 85 afbeeldingen
Met tafels
   

 

De stad Haarlem moest aan het eind van de 16e eeuw een voorziening bouwen voor zijn oudere ingezetenen. Na de grote brand van 1576, veroorzaakt door Spaanse soldaten, was een groot deel van de oudere inwoners dakloos geworden. Zij klopten aan bij de drie kerken van Haarlem, maar die konden niet alle daklozen herbergen. Er diende iets te komen wat we tegenwoordig een bejaardenhuis zouden noemen, maar dat toen werd aangeduid met de term Oudemannenhuis. Zoiets kost handenvol geld en om de benodigde fondsen los te weken werd een grootscheepse loterij gehouden. Het middel van de loterij werd wel vaker aangegrepen om fondsen te verzamelen voor een groot project.
Het houden van een loterij kan niet zomaar, tegenwoordig is daar toestemming voor nodig van de minister van Justitie. Ook 400 jaar geleden moest er toestemming worden verleend. De organisatoren van de loterij Haarlem kregen die toestemming al in 1596, van de Staten van Holland en Westfriesland. De toelating werd opgeschreven op een fors stuk perkament, dat op 16 november 1596 werd uitgegeven als:
Octrooi van de Staten van Holland aan de stad Haarlem tot het houden van een loterij ten behoeve van de verzorging van arme oude lieden.

 


Het octrooi dat in 1596 door de Staten van Holland voor de loterij werd verleend.
Onder: het deel dat door de brand van 1576 werd verwoest is hier ingekleurd in de uit 1578 stammende kaart van Thomas Thomaszn.

 

Deze verloting staat wel bekend als de 'Loterij van 1606'. Op 13 februari 1606 stelden de burgemeesters een groep bewindhebbers aan, onder leiding van koopman Willem van der Meye. Van zijn hand is een rekeningboek bewaard gebleven, met daarin alle financiële gegevens van de loterij. Kosten en baten zijn vermeld en daaruit blijkt dat ongeveer 70 procent van het ingelegde geld ten goede kwam aan de bouw van het Oudemannenhuis.
Van juni tot en met eind oktober 1606 gingen collecteurs op pad om mensen te bewegen om loten te kopen. Elk lot kostte 18 stuivers en bood kans op prachtige prijzen, met als absolute hoofdprijs een bedrag van 600 gulden, een waar vermogen in die tijd.
De gulden werd in die tijd voor rekendoeleinden verdeeld in (20) stuivers, en die elk weer in (16) penningen. De waardebepaling werd op 21 maart 1606 door de Staten-Generaal vastgelegd in een zogeheten muntplakkaat. Dat moest een einde maken aan de vele muntsoorten die in de diverse steden werden geslagen. Op 22 september 1606 moest de Staten-Generaal overigens opnieuw per plakkaat de koersen en de toegelaten muntsoorten onder de aandacht brengen. 

Een voorbeeld uit een register met rechts drie kolommen voor de guldens, stuivers en penningen.

 

Geldbedragen werden vermeld in groepjes van drie cijfers: guldens / stuivers / penningen. Wie dus slechts één lot kocht, kreeg achter zijn naam de vermelding - 18 - waarbij het liggende streepje de plaats van de nul innam. Kocht je twee loten, dan werd het 1 16 - en zo verder. De collecteurs van de loterij kweten zich uitstekend van hun taak, ze reisden stad en land af om loten te verkopen en van dat proces hielden ze nauwkeurig boek. Iedere deelnemer aan de loterij diende een motto op te geven, zijnde een spreuk die meestal op rijm was gezet. Wie niet in staat was zo'n motto te bedenken, kreeg er een toebedeeld uit de voorraad van de collecteur. Die centraal verstrekte motto's hadden meestal een godsdienstige inslag. Deze versjes werden met de naam van de inlegger later op lotbriefjes geschreven, die bij de feestelijke trekking uit grote korven werden getrokken. Naam en motto werden in de boeken genoteerd en al deze gegevens zijn gelukkig bewaard gebleven in het Noord-Hollands archief. Dit vormt een unieke historische bron, het is een doorsnede van de bevolking van een groot deel van ons land en zelfs daarbuiten. Het verkopen van loten hield beslist niet op bij de landsgrenzen. Zo vinden we ook inschrijvingen uit Londen en de Franse havenstad La Rochelle, gelegen aan de Golf van Biscaye. 
La Rochelle stond bekend als een bolwerk van Hugenoten, dat stand hield totdat het in 1628 onder de voet werd gelopen door troepen van de Franse koning Lodewijk XIII. Het was hem een doorn in het oog dat middenin katholiek gebied een protestantse havenplaats kon gedijen. Al in 1573 was een eerste beleg van La Rochelle uitgevoerd. De aanval werd toen afgeslagen, maar een lange belegering die begon in 1627 wist de geest van de stad en haar inwoners te breken. Tegenwoordig is het havenbolwerk van La Rochelle nog steeds imposant.

 

Het watermerk in het papier van een Rotterdam register.

 

Maar in 1606 was er nog niet veel aan de hand. De Hugenoten bewoonden de hele kust van Europa en het is denkbaar dat zeelieden het verhaal van de loterij hebben verspreid en dat er daarom zo'n belangstelling kwam uit de Franse stad.
De bron is niet alleen uniek omdat het een verzameling van geografisch wijd verspreide gegevens betreft, het is bovendien een samengestelde bron. De meeste bronnen op de pagina's van het project Van Papier naar Digitaal, zijn enkelvoudige bronnen: één doopboek, verpondingsregister of Quotisatiekohier dat hooguit door een aantal mensen is volgeschreven. Vooral wanneer het boek een periode van honderd jaar of meer beslaat is de inhoud vaak neergepend door een aantal mensen.
In het geval van de loterij is er een zeer beperkte periode (enkele maanden in het jaar 1606) in combinatie met een groot aantal schrijvers. Iedere collecteur had zijn eigen manier van werken, wat tot uitdrukking komt in handschrift, indeling van het papier en het papier zelf.

Dat maakt de bron zowel interessant als moeilijk te fotograferen. De ene schrijver maakte er een compleet ingebonden boek van, door een aantal vellen folio doormidden te vouwen en ze aan elkaar te naaien. Dat vouwen kon overlangs en overdwars, en beide methoden zijn gebruikt. Weer andere verkopers werkten met losse vellen, al dan niet in tweeën gedeeld en/of aan beide zijden beschreven.
Dit alles zorgt ervoor dat de verzameling foto's wellicht wat rommelig overkomt. Er is niet één standaard formaat (standaard papierformaten bestonden in de 17e eeuw sowieso niet) en dus is het geheel hier en daar wat rommelig. Niet elke collecteur van de loterij was ook een geoefend schrijver, een van hen heeft zelfs drie vellen van zijn boekhouding besteed aan het uitschrijven van het complete alfabet. 
Nadat de loten verkocht waren, werd het geheel verzameld in Haarlem, waarna kon worden begonnen met het uitvoeren van de trekking. Dat was een voor die tijd fenomenaal spektakel, dat begon op17 april 1607 en eindigde op 7 juni 1607, 52 dagen en nachten lang. De hoofdprijs werd getrokken op 3 mei, om drie uur 's nachts!
Het winnende lot was gekocht door Jan Jansz. Cooninck uit Amsterdam, en zijn gedichtje luidde:

Wat salt mogen schaen
die d'oude mannen wt lieffden bystaen

Vrij vertaald komt dat neer op:

Welke schade kun je ondergaan,
als je oude mannen uit liefde wilt bijstaan?

Cooninck won een zilveren beker (een heerlycke sierlycke silveren vergulden cop) en een geldprijs van 600 gulden. Hij schonk dit aan het oudemannenhuis op voorwaarde dat zijn oom in het huis kwam en een lijfrente van f 25.- jaarlijks kreeg. 
In totaal werden 699 prijzen verloot, variërend van enkele honderden guldens tot zilveren en tinnen bekers, schalen, bierbekers, kroezen, roemers en lepels.

 

Boven het Oudemannenhuis in zijn huidige gedaante.In dit gebouw is het Frans Hals museum gevestigd.
Onder het enig overgebleven beeld van een oude man, bij de ingang.


 

Qua inkomsten was de loterij goed voor een totaalbedrag van 75.781 guldens en 11 stuivers. De netto opbrengst van de loterij wordt geschat op ruim 52.000 gulden. Samen met de opbrengsten van een rederijkersfeest en schenkingen van particulieren was dat voldoende kapitaal om te starten met de bouw van het Oudemannenhuis. In februari 1609 konden de eerste oude mannen het nieuwe gebouw betrekken. Het gebouw bestaat nog steeds, tegenwoordig is het de huisvesting van het Frans Hals museum. Om aan te geven welke functie het gebouw had, stonden er drie beelden van oude mannen bij de ingang. Daarvan bestaat er nog één.

 

 

terug naar de feestpagina | naar het beeldmateriaal van de loterij